Het gebeurde een keer, dat Loki in handen viel van de reus Geirrodr. Want hij kwam erachter, dat de slimme Don in Jotunheim woont en de trekkers in de val lokt, die per ongeluk in de beslotenheid van zijn landgoed afdwaalde, en veroordeelt degenen die worden betrapt tot een wrede dood. Het nieuws was, dat tot nu toe niemand is gelukt of slim, noch met spreuken om de hinderlagen van Geirrodr te ontwijken.
Loki, zelfverzekerd in zijn sluwheid, besloot het uit te zoeken. Veranderd in een valk, vloog hij naar het kasteel van de reus en, zittend op de muur, zag hoe Thursom rond de omweg terechtkwam. Geirrodr ving hem snel op en beval hem gevangen te nemen. Loki lachte, op zoek, zoals een bediende de muur naar hem toe klimt, en ter wille van meer amusement, liet hij hem binnen handbereik komen. Toen hij echter wilde opstijgen voor de vlucht, voelde, dat zijn benen tegen de muur werden gedrukt. Zo werd hij gevangengenomen en naar Thur-sa gebracht. Geirródr keek naar de vogel en herkende hem meteen, dat dit geen echte valk is, maar een persoon in de vorm van een adelaar. Dus eiste hij, dat de gevangene zijn ware gedaante zou laten zien. Echter, zodra Loki stom en doof bleef voor de oproep van de reus, hij sloot hem op in een kooi en gaf hem niets te eten of te drinken. Na drie maanden stortte Loki, bijna dood, uiteindelijk in.
Geirrodr, zien met wie hij te maken heeft, stemde ermee in hem op voorwaarde te laten gaan, dat zal Don Thor het land in lokken. Loki was het met alles eens. Na terugkeer in Asgard, zei hij tegen Thor, dat er een reus in Jótunheim woont, wie kent de vreselijke naam van Odins zoon niet en geeft niet om zijn roem. Thor was woedend van woede en ze vertrokken snel naar het hoofdkwartier van Geirrodr. Onderweg ontmoetten ze de moeder van Widar, de reuzin Grid. Deze waarschuwde Thor, door, bij Geirrodr zijn, hij was alert, bovendien leende ze hem ijzeren handschoenen, een gordel van kracht en een magische staf. Vanaf dat moment nam hij nooit afstand van hen.