Vissen

Vissen. In de zeeën van Noorwegen leeft een grote verscheidenheid aan vissen, waarvan sommige van economisch belang zijn. De meest voorkomende soort is kabeljauw (kabeljauw), sprot (bsling), schelvis (slachten), makreel [makreel), een, van de spierfamilie [soldeer|, krijgen (storsil), leng (landen, eetbare vis gerelateerd aan kabeljauw), zalm tijdens de paaitijd (of oceaan bas-u) en kabeljauw met een zwarte rug (vis van de kabouterfamilie – worden). Lelijk, maar erg leuke meerval (meerval) het is erg lekker, net als de skimmer [ale-kvabbe). Scholen met haring (brug), heilbot [heilbot) en kabeljauw [lyseren) zijn uitgedund door overbevissing.

De belangrijkste eetbare schaaldieren zijn garnalen (garnalen), kraby (krab) ik homary [hummer). mosselen (blaskjell) ze zijn ook erg lekker.

De meest voorkomende zoetwatervis is zalm (Zalm). Een grote gemeenschap van sportvissers probeert het, dat deze vissen zo gezond mogelijk zijn. helaas, ziekte verspreidt zich nu van gekweekte vis naar vis in het wild, wat op sommige gebieden tot ernstige problemen heeft geleid (tand. hierboven, onderafdeling Milieu en ecologie). Bruine zalm [hou op) het wordt ook zeer gewaardeerd door vissers, maar woont alleen in het zuiden. Andere eetbare vissen, komt vrij vaak voor, het is een baars [afbreken), arctische forelvariëteit (roye), arctische vlagzalm (harr), brasem [brouwen), lin (suter) en paling [al).